Terwijl we het park naderen zie ik de streepjes bereik op mijn telefoon langzaam afnemen. ‘Zet je telefoon maar uit’ lacht onze buschauffeur. ‘Die kun je de komende tijd toch niet gebruiken’. Nadat het laatste streepje van mijn telefoon is verdwenen en er geen een wifi-signaal in beeld komt, rijden we Abel Tasman National Park binnen.
Ook het hostel verwelkomt ons op geheel gepaste wijze. Het bordje bij de receptie vermeldt trots: ‘No phone, no wifi. Talk to each other! And enjoy NZ’s favorite national park‘. En dat favorite, dat kan ik me, na maar een paar uurtjes bij het hostel (wat eigenlijk gewoon een camping is met campinghuisjes), maar al te goed voorstellen. Wauw, wat is het hier mooi!
Abel Tasman National Park ligt aan de bovenkant van het Zuider-eiland van Nieuw-Zeeland. Wat het zo bijzonder maakt, is de grote diversiteit in het landschap. Een dunne, smalle kustlijn gaat bijna direct over in groene, bijna jungle-achtige gewassen. De jungle gaat vervolgens bijna helemaal over in de bergen. Zo kan het dat je, terwijl je op het strand staat, de ijzige en besneeuwde toppen van de bergen kan zien liggen.
Voordat het donker is, besluit ik nog even een rondje over het strand te lopen.
Na een heerlijke avond biertjes drinken en slappe verhalen uitwisselen bij het kampvuur, duik ik vroeg mijn bed in. Klaar voor misschien wel nummer 1 op mijn bucketlist: kayakken op zee. Maar voordat het zo ver is, krijgen we eerst een dikke security briefing. Maar goed ook, want je wil natuurlijk niet midden op zee omslaan. Anders dan bij een kano, zit je in de kayak vastgemaakt aan de rand van het gat met een soort zwarte lap stof die ze ‘spray-skirt’ noemen.
Dan is het eindelijk tijd om uit te varen. Door de golven is het best moeilijk om in een rechte lijn te peddelen, maar uiteindelijk komen we steeds meer op open zee. Het water is blauwer dan blauw, en af en toe steken er kleine kopjes het water uit: zeehondjes die vrolijk voorbij cruisen.
We peddelen totdat we lamme armen hebben en leggen daarna aan op één van de strandjes. Op een paar andere kayaks na, is het uitgestorven.Niet vreemd, want de strandjes zijn alleen per boot bereikbaar. Paradijs op aarde. Dat is de enige manier hoe ik het zou kunnen omschrijven.
Na de lunch peddelden we weer dezelfde weg terug. Een enorm verschil met de heenweg, want nu werd het steeds sneller eb. Het verschil tussen eb en vloed is extreem groot, soms zelfs 20 meter! Helaas deden we het niet helemaal goed qua peddelen en kwamen dus al vrij snel terecht op een enorme zandbank, waardoor we onze kayaks het laatste half uurtje over het strand moesten slepen naar de pick-up truck. Als m’n armen nog niet moe waren, waren ze dat nu wel.
Dat was al een geweldige dag. Maar één dag was veel, en veels te kort. En daarom besloot ik met twee reisgenootjes de auto te pakken, en er aan het eind van onze trip met Stray, nog drie dagen in dit fantastische national park aan vast te plakken. Eén dag om heerlijk in de zon te zitten en één dag om een gedeelte van de Abel Tasman Coastal Track te lopen.
Die dag dat we gaan lopen, beginnen we al vroeg. Hoewel de meeste mensen zich eerst met de aquataxi ergens af laten zetten, en daarna teruglopen, willen wij dat andersom doen. Dat betekent echter wel dat we de laatste aquataxi, om half 4 ‘s middags, absoluut niet mogen missen. En daarom staan we half 8 ‘s ochtends, nét na de opkomende zon aan de start van de Coastal Track.
De track van ongeveer 24 kilometer loopt helemaal langs de kust. Dat wil niet zeggen dat je die de hele tijd kunt zien. Omdat het zo dichtbegroeid is, zie je soms meer bomen dan water.
Ergens halverwege de track maken we een kleine omweg naar Cleopatra’s Pool. Dat blijkt een soort rotsformatie met een ‘vijvertje’, de pool.
Omdat we om half 4 per se in Bark Bay moeten zijn, lopen we flink door. Ook hier wordt het grote verschil tussen eb en vloed duidelijk. De wandelaars in onderstaande foto dachten waarschijnlijk nog droog aan de overkant te komen met hun shortcut maar dat valt tegen!
Ondertussen passeren we dit intens schattige huisje, midden in de natuur, en alleen bereikbaar te voet of per boot. Geen bereik, geen wifi, geen supermarkt. Midden in de natuur.
Uiteindelijk halen we het ruim op tijd. Al om kwart voor 2 zitten we op ons bijna privéstrand bij Bark Bay.
Om half 4 komt er, zoals beloofd, een bootje aantuffen die ons met gepaste snelheid weer terugbrengt naar de bewoonde wereld. Of nouja, terug naar het dorpje in the middle of nowhere. Abel Tasman National Park heeft de rol van ‘favorite national park’ helemaal waargemaakt.
En nu kan ik alleen maar hopen. Hopen dat deze prachtige plek over 15 jaar nog steeds zo mooi en onbekend is. Want ik weet zeker dat ik hier nog een keer terug wil komen. Bereik en wifi is overrated, dat is zeker.
Liefs,
Selina
1 Comment
Wauw, prachtig daar! Deze zet ik meteen op mijn reislijstje 🙂